Oplossing voor strandeilandjes

Wijnand Kooijmans (8 mei 2023)

Met de vaststelling van het bestemmingsplan ‘Randmeerkust’ krijgt de gemeente Elburg de juridische kaders voor de bescherming van de natuurwaarden en de gebruiks- en bouwmogelijkheden voor de bestaande recreatiepercelen aan de Randmeerkust. Na meer dan veertig jaar wordt daarmee duidelijkheid geoden aan gebruikers en eigenaren. Dit heeft veel tijd en overleg gekost.

 

Langs de oever van het Veluwemeer zijn vanaf de jaren ’70 een honderdtal percelen recreatief in gebruik. Op meerdere van deze recreatielandjes zijn onderkomens geplaatst waar wordt overnacht. Sinds die tijd zijn er meerdere pogingen gedaan om deze gronden een passende bestemming te geven. In de jaren ’80 heeft de Raad van State de landjes onder het overgangsrecht gebracht.

Hierna is getracht de gronden aan te kopen om natuurontwikkeling mogelijk te maken in het kader van de plannen voor de integrale inrichting van de Veluwse randmeren. Dat lukte maar zeer ten dele. In 2007 heeft de gemeenteraad van Elburg besloten de recreatielandjes in principe positief te bestemmen. Onder de voorwaarde dat riolering werd aangelegd en de kosten hiervan niet op de gemeente mochten worden verhaald. In 2017 is dit nog eens door de raad bevestigd met de nuance dat een alternatieve waterzuivering mogelijk was in plaats van riolering,. Het ‘zomaar’ positief bestemmen van de eilandjes bleek onmogelijk omdat dit strijdig is met de natuurbelangen.

Om evenwicht te bereiken tussen de natuur- en recreatieve belangen is uiteindelijk een oplossing bedacht door op een andere locatie alternatieve inrichtingsmaatregelen te realiseren. Door de rietzone bij en in de omgeving van de Korte Waarden te versterken en te vergroten wordt de aantasting van het recreatieve gebruik op de natuur gecompenseerd.

In het ontwerpbestemmingsplan is een regeling opgenomen die het gebruik van de recreatiepercelen vastlegt en enige mogelijkheid biedt voor bebouwing op de percelen waar wordt overnacht. Per perceel waarbij het bestaande gebruik in 1980 leidend is. Percelen waar destijds sprake was van overnachting krijgen deze mogelijkheid ook in de toekomst. De oppervlakte van het perceel is leidend voor wat aan nieuwbouw is toegestaan.

Op een aantal percelen is geconstateerd dat een recreatief nachtverblijf is geplaatst die niet voorkomt in de inventarisatie die leidend is. Gezien het standpunt dat alleen de percelen waar op grond van het overgangsrecht sprake was van verblijfsrecreatie positief worden bestemd worden de percelen waar destijds geen recreatief nachtverblijf was geplaatst niet als zodanig bestemd. Dat brengt met zich mee dat tegen deze percelen handhavend moet worden opgetreden.

Over het nu voorliggende ontwerpbestemmingsplan is gesproken met verschillende partijen zoals Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, de provincie Gelderland en het waterschap Vallei & Eem. Zij staan positief tegenover het plan. Ook is gesproken met de eigenaren van de landjes, zowel individueel als via het bestuur van de vereniging van eigenaren.